Testen van dateringsmethoden

Een manier om de dateringsmethode te testen is natuurlijk een object te nemen waarvan bekend is hoe oud het is en dit vervolgens te gaan dateren.

Mount Ngauruhoe is Nieuw Zeeland is uitgebarsten in 1949, 1954 en in 1975. Later zijn lavamonsters van die uitbarstingen opgestuurd naar laboratoria om te laten bepalen hoe lang geleden de uitbarsting moet hebben plaatsgevonden. Uiteraard is er niet bij verteld dat de lava slechts tientallen jaren oud is. De laboratoria gaven aan dat volgens de kalium-argondatering de lava 270 duizend tot 3,5 miljoen jaar oud is. Rotsen die rond het jaar 1800 gevormd werden rond de Hualalai-vulkaan op Hawaï werden gedateerd op 1,6 tot 22,8 miljoen jaar. Vulkaan Kilauea (ook op Hawaï) produceerde in 1959 gesteente dat later werd gedateerd op een leeftijd van 8,5 miljoen jaar. Iets soortgelijks zien we op Mount St Helens. Ook daar wordt zeer jong gesteend op een veel te hoge leeftijd gedateerd. Seculiere geologen geven aan dat het flauw is om op basis hiervan te zeggen dat kalium-argondatering onbetrouwbaar is. Deze dateringsmethode is namelijk helemaal niet geschikt voor zulk jong gesteente. En inderdaad, volgens Wikipedia is deze methode alleen betrouwbaar vanaf zo'n 100.000 jaar. Het probleem is echter dat als je de methode toch gebruikt voor jong gesteente je geen uitkomst krijgt in de trant van "sorry, maar dit monster is te jong voor deze methode". In plaats daarvan krijg je "gewoon" een fout antwoord zonder dat je kunt zien dát het fout is. Dus hoe zit het met andere monsters die gedateerd zijn op 270 duizend tot 3,5 miljoen jaar oud. Kloppen die leeftijden wel, of waren die ook eigenlijk veel te jong voor deze methode?

Uranium-looddatering heeft hetzelfde probleem: dat is pas geschikt voor monsters van minimaal 1 miljoen jaar oud. Seculiere geologen zeggen vaak tegen creationisten dat bij datering nog nooit een leeftijd is gevonden die bij het jonge-aardemodel past. Maar dat is ook niet verbazingwekkend aangezien de gebruikte methoden helemaal geen jonge leeftijd kán opleveren. Dat wil overigens niet zeggen dat er geen dateringsmethoden bestaan die geschikt zijn voor jong gesteente. Zoals wellicht bekend is in het jaar 79 de Vesuvius uitgebarsten waarbij onder andere Pomeii is verwoest. Om te bewijzen dat dateringsmethoden werken, heeft men vulkanisch materiaal uit die tijd gedateerd met de argon-argonmethode. En jawel, die methode leverde precies de juiste leeftijd op. "Zie je wel", riepen ze, "dateringsmethoden zijn betrouwbaar". Het zal al snel duidelijk zijn dat dit resultaat niet echt indrukwekkend is. Het was niet bepaald een blinde test. De onderzoekers wisten wat de uitkomst moest zijn en welke methoden dus wel en niet bruikbaar zouden zijn. Omdat ze wisten dat het materiaal nog geen 2000 jaar oud was, gebruikten ze natuurlijk niet de kalium-argonmethode. In plaats daarvan gebruikten ze de argon-argonmethode. Het onderzoek heeft dus hooguit laten zien dat de argon-argonmethode betrouwbaar is, en dan nog alleen voor jong materiaal. Voor jong materiaal moet namelijk een andere methode gevolgd worden dan voor oud materiaal.

Wanneer geologen monsters laten dateren die volgens het evolutiemodel miljoenen jaren oud moeten zijn, zullen ze dus een methode gebruiken die daarvoor geschikt is. Het probleem is echter dat deze methoden geen jonge leeftijd kúnnen opleveren. Wanneer je probeert de lengte van een cel op te meten met een duimstok, kom je er al snel achter dat dit niet gaat. De minimale lengte voor een duimstok is 1mm en een cel is veel kleiner. Wanneer je probeert een jong monster te dateren met een methode waarvoor de minimale leeftijd bijvoorbeeld 100.000 jaar is, dan merk je echter niet dat dit niet gaat. In plaats daarvan krijg je een "gemeten" ouderdom van bijvoorbeeld 270.000 jaar zonder dat je ook maar een vermoeden hebt dat er iets niet klopt.

In gesteente gevonden in Zuid-Engeland dat gedateerd wordt op een leeftijd van 189 miljoen jaar is gefossiliseerd hout gevonden dan nog een duidelijk meetbare hoeveelheid 14C bevatte. Zoals we al hebben gezien zou na zo'n 58.000 jaar geen meetbare hoeveelheid 14C meer aanwezig moeten zijn. Men heeft verschillende monsters van dit hout naar verschillende labs gestuurd en telkens kwam hier een leeftijd uit die lag tussen de 20.000 en 29.000 jaar. Vervuiling van de houtmonsters was hiermee uitgesloten. De enig logische conclusie is dat het gesteente veel jonger moet zijn dan de datering aangaf. (Natuurlijk is de leeftijd van 20.000-29.000 jaar te hoog voor creationisten, maar dat is het punt hier niet. Het punt is dat dateringsmethoden kennelijk onberouwbaar zijn.)

In bovenstaand voorbeeld gaf de datering van het gesteente dus een compleet ander resultaat dat de datering van het hout in dat gesteente. Maar wat zal er gebeuren wanneer we verschillende methoden loslaten op hetzelfde materiaal, bijvoorbeeld het gesteente? Wanneer methode A een leeftijd geeft tussen de 90.000 en 110.000 jaar en methode B een leeftijd tussen de 100.000 en 120.000 jaar, dan is er dus een overlap. Beide methode spreken elkaar dan niet tegen. Ligt de leeftijd volgens methode B echter tussen de 150.000 en 160.000 jaar, dan is er geen overlap en spreken beide dateringsmethoden elkaar dus wel tegen. En dat zet dan vraagtekens bij de betrouwbaarheid van zowel methode A als methode B. De USGS National Geochronological Database bevat meer dan 29.000 leeftijdsbepalingen waarbij 8 dateringsmethoden zijn gebruikt. Creationistische onderzoekers Micah D. Beachy, R. Kinard en Paul A. Garner hebben de gegevens in die database met elkaar vergeleken om te zien in hoeveel gevallen er sprake was van wel of juist geen overlap. Hun conclusie was dat er maar relatief weinig gevallen van overlap waren. En dat betekent uiteraard weinig goeds voor de betrouwbaarheid van de gebruikte 8 dateringmethoden.

Diamanten bestaan ook uit koolstofmoleculen. Natuurlijke diamanten zouden minstens 1 miljard jaar geleden moeten zijn ontstaan. Na zo'n lange tijd zou al het 14C al lang verdwenen moeten zijn. Maar dat is niet zo. Er is nog steeds een meetbare hoeveelheid van dit isotoop aanwezig. Vervuiling in een hard materiaal als diamant volledig ondenkbaar. Achtergrondstraling kan de meting ook niet hebben beïnvloed, want de gebruikte meetmethode is daar niet gevoelig voor. De enig logische conclusie is dat diamant niet ouder kan zijn 58.000 jaar.

Ook zijn aardlagen van de Grand Canyon gedateerd. Volgens de evolutietheorie zijn de onderste lagen miljarden jaren ouder dan de bovenste. Maar 'isochron dating' geeft aan dat de bovenste laag juist 270 miljoen jaar ouder is dan de onderste! Een onmogelijkheid omdat de bovenste laag door een recente lavastroom is ontstaan. Ook deze veelbelovende methode blijkt dus onbetrouwbaar.

Soms worden door mensen gemaakte voorwerpen gevonden in steenkool, bijvoorbeeld ijzeren instrumenten, speerpunten en een gouden kettinkje. En in diepgelegen (dus oude) gesteenten zijn onder andere een munt en een beeldje gevonden. Deze voorwerpen worden gedateerd op een leeftijd van honderden miljoenen jaren. Aangezien de mens pas zo'n 3 miljoen jaar geleden ontstond (volgens de evolutietheorie), is er dus iets mis...

Conclusie: er is geen enkele dateringsmethode die bewijst dat de aarde miljarden of zelfs maar miljoenen jaren oud is.