De volgende verzen wordt nog wel eens aangehaald om aan te geven dat de Bijbel in tegenspraak is met zichzelf. Maar ook sommige christenen hebben problemen met 'het berouw van God'.
Numeri 23:19: God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem berouwen zou;
Genesis 6:6: Toen berouwde het den HEERE, dat Hij den mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem aan Zijn hart.
Er zijn overigens nog veel meer verzen waarin staat dat God berouw heeft. Altijd gaat het dan over mensen die gezondigd hebben. God heeft daar verdriet van en het berouwt Hem dan dat Hij ze heeft gemaakt, of tot koning heeft laten zalven, of iets dergelijks. Of God kondigt een oordeel aan over de zonde, waarop mensen zich bekeren. Dan heeft God berouw over het oordeel en voert het niet uit. Het woord 'berouw' betekent in de Bijbel dus niet 'spijt hebben van een verkeerde beslissing'. Gods berouw komt altijd voort uit Zijn liefde, hetzij wanneer Hij moet straffen, hetzij wanneer de aangekondigde straf achterwege kan blijven.
Wanneer God zegt dat hij geen berouw kan hebben zoals een mens, gaat het erom dat Hij altijd doet wat Hij belooft. Dat staat ook in het vervolg van Numeri 23:19:
God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet doen, of spreken, en niet bestendig maken?
God doet wat Hij belooft. Hij heeft nooit berouw over Zijn beloftes. Hij kan wel dreigen met oordeel en dit oordeel niet uitvoeren als men zich bekeert.